Je kent de ochtendspits

Je kent de ochtendroutine

Je weet hoe het gaat.
Het is vroeg, de lucht is grijs en je bent al laat. Je pakt de sleutels, laadt de kinderen in en stapt in de auto. De stoelen zijn koud. De ramen beslaan. De koffie werkt nog niet.

Twee straten later verschijnen de eerste remlichten. Een langzaam kruipen begint. Je bent niet alleen, elke ouder in de stad had hetzelfde idee. De schoolloop, de ochtendspits, het vertrouwde geschuifel van auto's die in ruimtes proberen te passen die er eigenlijk nooit waren.

Je omcirkelt het blok één keer. Twee keer. Misschien is er ruimte achter de hoek. Die is er niet. Je parkeert half op de stoep, half twijfelend en haast je de kinderen naar buiten voordat het begint te regenen.

En als je daar op de stoep staat, vraag je je even af waarom het zo ingewikkeld moet zijn.

Een eenvoudigere manier om te verhuizen

Stel je dit eens voor.
Je stapt naar buiten, de lucht voelt stil, de straat bijna rustig. De fiets staat klaar, bedekt, droog, wachtend. De kinderen klimmen erin, nog slaperig, in hun jas gewikkeld. Je begint te rijden.

Geen parkeerapps, geen lawaai, geen haast. Alleen beweging.
De elektrische assistent zoemt zachtjes, de ochtend opent zich. Je glijdt langs de rij auto's die nog steeds bij de schoolpoort staan te wachten, zwaait naar een bekende en rijdt door.

Je komt wakker aan. Aanwezig. Al in beweging.

Als de stad weer past

De waarheid is dat het er niet om gaat iets op te geven.
Het gaat erom te vinden wat beter past.
De straten veranderen. Steden vragen om ruimte, om lucht, om beweging die weer zinvol is.

Soms verandert de eenvoudigste verschuiving, van vier wielen naar twee, van motor naar energie, meer dan je verwacht.
Niet alleen hoe je beweegt, maar ook hoe je je daarbij voelt.

Winkelwagen